Joepie, fietsdag!

We oefenden op het

  • naast de fiets wandelen
  • op en afstappen van onze fiets
  • stoppen en vertrekken
  • en natuurlijk ... FIETSEN!


Fietsen, fietsen,
fietsen maar 

Sneller, sneller,
racen maar. 


Remmen, remmen,
nu heel traag. 

Fietsen doe ik toch zo graag! 

FIETSDAG