Woorden, zinnen en woordenschat oefenen op Kweetet.
Woorden en zinnen oefenen op www.quizlet.com.
Woorden en zinnen oefenen op www.woordjesleren.nl.
http://claweb.cla.unipd.it/home/smazurelle/dynamots/a2/m5/gr_poussin.htm
Sleepoefening - http://www.tapis.com.au/studentbook2/Unit6/u06_grammaire_a01.html
Meerkeuzeoefening - http://www.tapis.com.au/studentbook2/Unit6/u06_grammaire_a02.html
Invuloefening - http://www.tapis.com.au/studentbook2/Unit6/u06_grammaire_a03.html
Sleepoefening - http://www.tapis.com.au/studentbook2/Unit6/u06_grammaire_a04.html
Eigenlijk is dit niet zo moeilijk. Hieronder een klein overzicht:
De passé composé word gevormd door het onderwerp + aller of être vervoegd en de participe passé.
Maar wat is nu ook al weer “le participe passé”?
Wel dat is zeer simpel = “Le participe passé” is eigenlijk het werkwoord dat je in de voltooide tegenwoordige tijd (voltooid deelwoord).
Om deze te vormen doe je dit:
Maar nu komt het...
Zoals bij elke taal die je kent zijn er uitzonderingen.
Maar bij de participe passé zijn er wel erg veel uitzonderingen.
Hier komen ze. Je moet er wel goed voor zorgen dat je deze goed kent want deze komen vaak terug...
Gedurende dat je de bovenstaande tabel aan het lezen was heb je, je misschien wel afgevraagd waarom het: “onderwerp + être of avoir vervoegd + le participe passé” is....
Wel dat is zeer simpel.
Bij de meeste werken wordt avoir gebruikt.
En dan krijg je zoiets: J’ai dormi. = Ik heb geslapen.
Maar bij de volgende werkwoorden heb je être.
Bij de bovenstaande werkwoorden moet je dus être gebruiken.
Deze werkwoorden worden dan ook vervoegd in le passé composé als hierboven beschreven.
Maar er zijn toch een paar addertjes onder het gras.
Als je bij
Als je gewoon de bovenstaande regeltjes goed volgt en deze goed onthoud zal dit nog best meevallen.